Wij krijgen vaak vragen binnen over hoe het zit met het uitvoeren van handelingen. Wat mag je nu wel en wat niet?
Allereerst de termen Bevoegd en Bekwaam. Voor bepaalde handelingen moet je Bevoegd en Bekwaam zijn. Maar wat is het verschil?
Je bent bevoegd als je de handeling mag uitvoeren. Bijvoorbeeld omdat je een bepaalde opleiding hebt gedaan. Soms bepaalt een organisatie of je een handeling mag uitvoeren. Bijvoorbeeld voor het aanreiken van medicatie.
Je bent dus ‘bevoegd’ door de combinatie opleiding en organisatieregels. Daarnaast moet de vraag: “mag ik dit?” met ja beantwoord worden.
Je bent bekwaam door kennis en hoe goed je een handeling kunt uitvoeren. Als je actuele kennis hebt over injecteren bijvoorbeeld, begrijp je de context en alles wat met het uitvoeren van de handeling samenhangt. Als je ook nog eens de handeling goed kan uitvoeren, dan ben je bekwaam. Ben je er niet van overtuigd dat je bekwaam bent, dan kan je daarvoor een bijscholing volgen. Een e-learning is daarvoor niet voldoende.
Overigens… als je niet lekker in je vel zit en je daardoor de handeling niet goed uit kunt voeren, dan ben je niet bekwaam. Bekwaam zijn is dus ook een momentopname. Vilans heeft een duidelijke Youtube animatie over Bevoegd en Bekwaam gemaakt.
Risicovolle handelingen zijn handelingen die bij uitvoering risico’s meebrengen voor de cliënt. Ben je onbekwaam en handel je onzorgvuldig, dan zal dit vrijwel zeker tot gezondheidsschade leiden.
Binnen de risicovolle handelingen heb je een speciale groep, namelijk ‘voorbehouden handelingen’. Dit zijn handelingen waarbij er een groot risico is voor de patiënt als de handeling niet deskundig wordt uitgevoerd. Voor voorbehouden handelingen moet je bevoegd én bekwaam zijn. Voorbehouden handelingen mogen verpleegkundigen of verzorgenden IG alleen uitvoeren in opdracht van bijvoorbeeld een arts, tandarts of verloskundige. Deze opdracht heet een uitvoeringsverzoek. Bekijk hier een overzicht van de voorbehouden en risicovolle handelingen.
Maar wie mag nu eigenlijk die handelingen uitvoeren? Daarvoor gaan we eerst eens kijken naar de opleidingen.
Bekijk de video en zie hoe een dag uit het leven van een zorgassistent er uit ziet. Een zorgassistent of zorghulp heeft over het algemeen een opleiding gevolgd op MBO-1 niveau. Onder leiding van verzorgenden, verpleegkundigen of andere hulpverleners helpt een zorgassistent met verzorgende taken. Denk dan aan het wassen en aankleden van cliënten. Als zorgassistent kan je ook mensen ondersteunen in het draaiend houden van hun huishouden. Je hebt een verzorgende en vaak ook een signalerende taak, maar je mag geen risicovolle of voorbehouden handelingen uitvoeren.
Ook een helpende heeft een verzorgende en signalerende taak. Een helpende heeft een opleiding gevolgd op MBO-2 niveau. Een helpende kan met behulp van extra scholing Helpende Plus worden. Dan leer je over medicijnverstrekking en -toediening (oraal, neus, oog/oor, huid, inhalatie), wondverzorging, steunkousen aan- en uittrekken en zorg voor mensen met een stoma of katheter.
Waar voorheen nog het onderscheid gemaakt werd tussen verzorgende AG en IG, studeren tegenwoordig alleen nog maar verzorgenden IG af. Deze opleiding is op MBO-3 niveau.
Een verzorgende IG heeft, naast een verzorgende en signalerende taak, ook de bevoegdheid om een aantal verpleegtechnische handelingen uit te voeren. Zoals een aantal voorbehoudende handelingen. Deze handelingen worden altijd voorafgegaan door een uitvoeringsverzoek. Natuurlijk moet je voor die handelingen bekwaam en bevoegd zijn.
Door de jaren heen zijn er heel wat opleidingen op dit niveau geweest. Is een diploma gelijk aan die van een verzorgende IG? Bekijk het hier.
Een verpleegkundige MBO heeft een opleiding op MBO-4 niveau achter de rug. De werkzaamheden van een verpleegkundige richten zich steeds meer op de verpleegkundige taken en steeds minder op de verzorgende taken. Je kan als verpleegkundige MBO ook in de wijk werken. Je bent dan de verpleegkundige in de wijk.
Net zoals de verzorgende IG mag je voorbehoudende en risicovolle handelingen uitvoeren. Ook hieraan moet een uitvoeringsverzoek voorafgaan.
Een verpleegkundige HBO heeft een aanvullende studie gedaan om nog meer verantwoordelijkheden op zich te kunnen nemen. Zo kan een verpleegkundige HBO bepaalde taken en handelingen van een arts overnemen. Werk je als verpleegkundige HBO in de wijk, dan ben je een wijkverpleegkundige. Je begeleidt o.a. verzorgenden zodat de kwaliteit van zorg verbetert.
Als je een agogische opleiding hebt gedaan (begeleider, SPW, SPH, MZ, etc.) dan mag je geen voorbehouden of risicovolle handelingen uitvoeren. Tenzij je kunt tonen dat je tijdens de opleiding een deelkwalificatie hebt behaald. Deze deelkwalificatie wordt ook benoemd op jouw diploma.
Iedereen kan zich in een voorbehouden of risicovolle handeling bekwamen. Je mag de handeling dan op één specifieke plek en bij een bepaalde cliënt uitvoeren. Hiervoor geldt dat je sowieso niet zelfstandig bevoegd wordt. Als je de handeling gaat uitvoeren moet er altijd back up zijn van een bekwame, zelfstandig bevoegde arts/verpleegkundige als supervisor.
Kortgezegd komt het erop neer dat hoe hoger je opleiding is, des te meer handelingen je mag uitvoeren. Zo mag een zorgassistent geen medicijnen aanreiken, maar een helpende plus mag dat in overleg weer wel. En zo mogen verzorgenden IG een aantal voorbehouden handelingen uitvoeren als ze bevoegd en bekwaam zijn.
Over het algemeen kan je zeggen dat de laagste opleidingen vooral op het welzijn van de patiënten zijn gericht. En op de basis-zorgtaken zoals bijvoorbeeld het huishouden. Naarmate je meer opleiding hebt genoten, krijg je er ook meer zorg- en verpleegtaken bij.
Geen relevante artikelen opgegeven.