De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is een kwaliteitswet. De wet is enerzijds bedoeld om cliënten te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren. Anderzijds bewaakt en bevordert de Wet BIG de kwaliteit van de zorg. We geven je in dit artikel meer informatie over deze wet.
De Wet BIG richt zich op de individuele gezondheidszorg. Dit is zorg die als doel heeft de gezondheid van een persoon te bevorderen of te bewaken en betreft handelingen die rechtstreeks gericht zijn op die persoon. Individuele gezondheidszorg mag op grond van de wet BIG door zowel BIG-geregistreerden als niet-BIG- geregistreerden worden verleend. Echter niet iedereen mag dezelfde handelingen uitvoeren, bepaalde handelingen zijn voorbehouden aan bevoegde beroepsbeoefenaren. De belangrijkste onderdelen van de wet BIG zijn de beroepenregulering en het tuchtrecht.
Het reguleren van de beroepen kent drie aspecten: licht/zwaar regime, specialismen en voorbehouden handelingen.
In de Wet BIG zijn beroepen met een beschermde titel geregeld. De wet maakt onderscheid in beroepen in het lichte regime op grond van artikel 34 en beroepen in het zware regime op grond van artikel 3. In het beroepenoverzicht is per artikel een overzicht van de beroepen opgenomen.
Beroepen in het lichte regime kennen een beschermde opleidingstitel: deze titel mogen ze alleen voeren als een wettelijk vastgelegde opleiding is afgerond. Voor het uitoefenen van deze beroepen moet je voldoen aan wettelijke opleidings- en deskundigheidseisen. Beroepen in het lichte regime vallen niet onder het tuchtrecht en kunnen zich ook niet registreren in het BIG-register.
Beroepen in het zware regime kennen een beschermde beroepstitel. De beschermde beroepstitel mag alleen gevoerd worden wanneer je een wettelijk vastgelegde opleiding hebt afgerond en als beroepsbeoefenaar geregistreerd staat. Iemand die een beschermde beroepstitel voert, moet vindbaar zijn in het BIG-register zodat cliënten kunnen nagaan of de titel terecht wordt gebruikt.
Beroepsbeoefenaren binnen het zware regime vallen onder het tuchtrecht. Daarnaast moeten zij zich elke vijf jaar herregistreren in het BIG-register. Via de herregistratieplicht waarborgen ze de actuele deskundigheid.
Onder het zware regime vallen ook de experimenteer beroepen (artikel 36a). Dit zijn beroepen met en wettelijk beschermde opleidingstitel die zich ook tijdelijk kunnen registreren in het BIG-register.
Onder de wet BIG is het voor beroepen in het zware regime mogelijk om een specialisme bij te laten schrijven in het BIG-register. Denk hierbij aan de verpleegkundige met geestelijke gezondheidszorg als specialisme.
Nieuwe specialismen kunnen door beroepsorganisaties worden aandragen. Vervolgens wordt getoetst of het specialisme aan de formele eisen voldoet, of het onderscheidend genoeg is en toegevoegde waarde heeft.
In de wet BIG is een regeling opgenomen voor voorbehouden handelingen. Voorbehouden handelingen zijn risicovolle handelingen die onbevoegden niet zelfstandig mogen uitvoeren. Een overzicht van de voorbehouden handelingen vind je via deze link.
De regeling voor voorbehouden handelingen onderscheidt ook een zelfstandige bevoegdheid, een functionele zelfstandigheid en een handeling in opdracht van.
Beroepsbeoefenaren onder het zware regime hebben een zelfstandige bevoegdheid. Dit betekent dat zij voorbehouden handelingen zelfstandig mogen uitvoeren én dat zij opdracht mogen geven aan andere bekwame beroepsbeoefenaars om de handeling uit te voeren. Deze opdracht wordt ook vastgelegd in een uitvoeringsverzoek.
Beroepsbeoefenaren onder het lichte regime kennen een functionele zelfstandigheid. Zij mogen voorbehouden handelingen uitsluitend in opdracht van een beroepsbeoefenaar uit het zware regime uitvoeren. Deze opdracht leggen ze vast in een uitvoeringsverzoek. De voorbehouden handeling mag ook zonder toezicht en tussenkomst van een andere beroepsbeoefenaar worden uitgevoerd.
Onder functionele zelfstandigheid is het niet toegestaan om andere beroepsbeoefenaars opdracht te geven voor voorbehouden handelingen.
Beroepsbeoefenaren die niet onder een van deze regimes vallen, mogen voorbehouden handelingen alleen uitvoeren in opdracht van, met tussenkomst van én onder toezicht van een beroepsbeoefenaar die onder het zware regime valt.
Let op: voor álle beroepsbeoefenaren geldt uiteraard dat zij bekwaam moeten zijn in het uitvoeren van de voorbehouden handeling.
Schematisch ziet de regeling van voorbehouden handelingen er als volgt uit:
In de wet BIG is bepaald dat BIG-geregistreerde zorgverleners onder het tuchtrecht vallen. Dit heeft een tweeledig doel. Als eerste bevorderen ze via het tuchtrecht het lerend vermogen van de beroepsgroep. Beroepsgenoten zijn tenslotte lid van de tuchtcolleges en oordelen vanuit die rol over hun eigen beroepsgroep. Professionele beroepsnormen kunnen hierdoor verduidelijkt en aangescherpt worden.
Als tweede wordt het tuchtrecht ingezet om te onderzoeken of het handelen van een beroepsbeoefenaar voldoet aan specifieke beroepsnormen. Disfunctionerende beroepsbeoefenaren kunnen ze op grond van de wet BIG corrigeren of indien nodig uit hun functie zetten.
Een tuchtrechtmaatregel is bedoeld om de handelwijze van een beroepsbeoefenaar te corrigeren en te voorkomen dat het zich nogmaals voordoet. Het is geen strafmaatregel. De wet BIG kent wel een aantal strafbepalingen. Wanneer je als beroepsbeoefenaar bewust schade toebrengt aan een cliënt (of er is een aanmerkelijke kans op schade) dan wordt hier een straf aan verbonden. Deze strafbepalingen gelden voor BIG-geregistreerden én niet-BIG-geregistreerden.
Geen relevante artikelen opgegeven.