Veel zzp’ers in de zorg werken als onderaannemer voor zorgorganisaties of laten zich bemiddelen door een bureau. Vaak hebben deze bedrijven een eigen overeenkomst opgesteld. Het komt vaak voor dat zzp’ers in de zorg zo’n overeenkomst ‘gewoon’ tekenen. Achteraf zien ze pas dat er vreemde voorwaarden in die overeenkomst staan. ‘Eerst lezen en dan pas tekenen‘, is dan ook ons advies.
Zodra een bureau of organisatie aangeeft dat een werkwijze of constructie is ‘goedgekeurd door de Belastingdienst’, moeten onmiddellijk alle alarmbellen gaan rinkelen. De Belastingdienst keurt namelijk geen werkwijzen of constructies goed. ‘Fiscaal veilig‘ bestaat niet. Het is met het huidige fiscale en arbeidsrechtelijke systeem helaas zo, dat zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer, géén garanties vooraf krijgen. Je bent dus nooit helemaal ‘veilig’. De mens is gek op zekerheid en daarom zijn we gevoelig voor zinnen als ‘goedgekeurd door de Belastingdienst’. Dat lijkt veilig, maar is het dus niet.
Er is geen enkele constructie die op voorhand is goedgekeurd of waar helemaal geen risico’s aanwezig zijn. Risico’s zijn er altijd. Geeft een organisatie aan dat het bij hen toch echt allemaal goed geregeld is? Vraag dan om een kopie van de verklaring van de Belastingdienst waaruit dat blijkt. En check die bij de Belastingdienst. Geeft een organisatie aan dat ‘vele honderden zzp’ers je voorgingen’ en dat je het daarom echt wel kunt vertrouwen? Krab je dan nog eens achter je oren…
De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA) maakte het mogelijk dat modelovereenkomsten tussen zzp’ers en opdrachtgevers op voorhand worden gecontroleerd en goedgekeurd door de Belastingdienst. De lijst met die overeenkomsten vind je hier. Als de praktijk tussen zzp’er en opdrachtgever overeenkomt met de overeenkomst, dan mag de opdrachtgever er vanuit gaan dat de zzp’er niet in een dienstverband werkt. Maar dan moet die praktijk dus precies zo zijn als in de overeenkomst staat vermeld. En daar ligt nu precies het probleem. De praktijk en de overeenkomst komen meestal niet precies overeen. De Belastingdienst keurt dus op voorhand ‘goed’, maar kan achteraf, op basis van feiten en omstandigheden, bepalen dat de opdrachtgever zich niet aan de overeenkomst heeft gehouden. Die ‘goedkeuring van de Belastingdienst’ zegt dan dus niet veel.
Enige tijd geleden heeft de Belastingdienst nieuwe modelovereenkomsten voor praktijkwaarneming en praktijkmedewerking ter beschikking gesteld voor gz-psychologen, specialisten en psychotherapeuten.
Wil je meer weten over hoe je buiten een dienstverband kunt blijven? Lees ons artikel waarin we de eisen van de Belastingdienst aanhalen.
Een zorgorganisatie of bemiddelende partij mag een overeenkomst opstellen waarin ze mogen zetten wat ze maar willen. Het is aan jou, de zzp’er of opdrachtnemer, om te bepalen of je daarvoor wil tekenen. Zo’n overeenkomst is dus altijd iets wat de opdrachtgever of bemiddelende partij heeft bedacht.
Er zijn zeer nette overeenkomsten in omloop die door heel betrouwbare organisaties zijn opgesteld. Maar er bestaan ook waanzinnig slechte overeenkomsten waarbij je als zzp’er in de zorg enorme risico’s loopt. Het is daarom hartstikke belangrijk dat je de overeenkomst, voordat je tekent, heel goed leest. Laat je goed voorlichten over de consequenties van bepaalde voorwaarden, zeker als je deze niet goed begrijpt. Ja, het komt dus voor dat een opdrachtgever jou voor duizenden euro’s het schip in laat gaan met passages binnen zo’n overeenkomst. Zelfstandige zorgverleners kunnen zich vaak niet voorstellen dat de wereld zo in elkaar zit, maar we maken het bij SoloPartners helaas wekelijks mee. Veel zzp’ers in de zorg zijn veel kwetsbaarder dan ze denken.
Een veelvoorkomende methode die we tegenkomen, is het verleggen van ondernemersrisico’s naar de zzp’er. De (bemiddelings)organisatie probeert mogelijke problemen naar jou door te schuiven door middel van voorwaarden binnen de overeenkomst .
We gaan hieronder in op een aantal mogelijke ‘foute voorwaarden’ die je kunt tegenkomen binnen zo’n overeenkomst:
We hebben al eens eerder geschreven over het concurrentiebeding. Zo’n concurrentiebeding is bedoeld voor werknemers, niet voor zzp’ers. Toch zetten veel bureaus dit soort passages in hun overeenkomsten en tekenen veel zzp’ers dit. Niet doen, want het levert in de praktijk veel problemen op. Het belemmert zzp’ers vooral als een cliënt over wil naar de zzp’er en de relatie met het bureau of de zorgorganisatie wil opzeggen. Pas dan komt de zzp’er er vaak achter dat dit niet zomaar mag. En is de cliënt zijn keuzevrijheid kwijt.
Bij een juridische strijd zal de zzp’er over het algemeen wel winnen, maar de vraag is of je daar het geld, de energie en de tijd voor hebt. Bureaus en opdrachtgevers rekenen erop dat een zzp’er dit niet heeft. Daardoor is het voor hen nog steeds heel effectief om zo’n passage in de overeenkomst op te nemen. Wil je je recht wel halen, dan krijg je vaak gelijk. Het komt erop neer dat jij als kleine zzp’er niet echt kunt concurreren met een groot bureau of sterke opdrachtgever. Een rechter besluit dan vaak dat er helemaal geen sprake is van verregaande concurrentie. De meeste problematiek kun je eenvoudig voorkomen door zo’n beding eruit te laten halen. Werkt de opdrachtgever of bemiddelende partij daar niet aan mee? Zoek dan een opdrachtgever of bemiddelende partij die daartoe wel bereid is.
Geen relevante artikelen opgegeven.